Column | Weessokjes

sok1

Iedereen die de was doet kent ze wel; die sokken die op onverklaarbare wijze alleen komen te staan.

Ik vind ze zo zielig. Als ik na een was weer met een oneven aantal sokken aan het vouwen sla, krijg ik al een brok in mijn keel, want ik weet dat er eentje over zal blijven. Ik heb al medelijden voor ik weet wie het zal zijn. Maar dan is dat moment daar; geen partner meer voor de laatste sok. In de hoop dat zijn of haar partner bij een volgende wasbeurt op duikt, leg ik de sok apart. Met pijn in mijn hart.

De weessokjes doen echt wat met me. Want de meeste vinden nooit hun partner weer terug. Die met de vrolijke roze stippen ligt al maanden naast de wasmachine, en zonder dat ze gewassen worden lijken de stippen steeds fletser te worden. Alsof ze weten dat het niet meer goed zal komen en bij voorbaat al de kleur uit hun leven haalt.

Wat er met de andere helft is gebeurd, is me een raadsel. Opgeslokt door de wasmachine? Of was het de droger? Misschien houden mijn huisdieren ineens ontzettend veel van sokken en hebben ze na elke keer één soort sok geen trek meer in de ander. Of misschien is er een sokkenheks actief die arme sokjes  van hun huis weglokt naar een sokkenparadijs van een mega kledingkast vol met handige vakjes om ze daar op te sluiten, vet te mesten en in de oven te stoppen. Of een sokkenmonster die leeft op sokken en een sadistisch genoegen ontleent aan het eten van de helft van de paren om zo weesjes te creëren. Misschien is er wel een sokkendief actief die ons huis insluipt om te vertrekken met unieke sokkenexemplaren om zijn collectie van opgehangen sokken in zijn huis compleet te maken. Het blijft gissen. Geen sok heeft het me nog na kunnen vertellen.

Soms vinden de eenzame sokken hun wederhelft wel weer. Hoe heerlijk is het dan om die sokken in elkaar te rollen. Het gaat bijna vanzelf, alsof ze elkaar niet meer los willen laten.

Maar het feit blijft dat mijn verzameling eenzame sokken groeit en mijn stapel complete paren slinkt. En eigenlijk maakt dat me weer wat vrolijker, want wie weet zit er in de stapel weessokjes wel een sok die een andere sok, die net een ander kleurtje of een ander stipje heeft, wel heel leuk vindt. En als dat nou wederzijds is, doe ik ze gewoon lekker allebei aan. Niemand ziet dat mijn sokken niet een identiek paar zijn, maar ze zien wel de glimlach op mijn gezicht.