Verhaal | Date je rot

date je rot

Ik beken. Ik vind het vreselijk om toe te geven, maar het is niet anders. Ik ben Siska, 32 jaar en ik date. Toen ik klein was dacht ik altijd dat de prins op het witte paard vanzelf voorbij zou galopperen en ik alleen maar oplettend genoeg moest zijn om hem voor mijn huis tot stoppen te dwingen. Maar ik ben of te afgeleid geweest of hij is nog niet gekomen. Misschien kon hij zijn paard niet vinden en was mijn huis te ver om te voet af te leggen. Of zijn paard was onderweg neergeschoten om in een lasagne verwerkt te worden, en ligt zijn berijder nu met meerdere kneuzingen in het ziekenhuis te hopen dat ik mijn weg naar hem vind. Of hij kon de weg naar mijn huis niet vinden omdat de accu van zijn tomtom leeg was en het paard natuurlijk geen mogelijkheid heeft om de lader in te pluggen. Zodat hij oplaadt  tenminste. Het zou ook heel goed kunnen dat de prins langs wilde komen precies op die dag dat de straat opengebroken was en ik mijn auto zelfs twee straten verderop moest parkeren. Overigens sluit ik de mogelijkheid ook niet uit dat iemand anders zich voorgedaan heeft als mij en zo mijn vent heeft ingepikt. Die heeft dan twee prinsen om uit te kiezen, het loeder.

Maar puntje bij paaltje; ik ben alleen. Veel te lang naar mijn zin. Ik ben er namelijk heilig van overtuigd dat iedereen hier op aarde is om het leven zij aan zij met iemand anders te doorstaan. Hoe moet je het anders volhouden? Eigenlijk verveel ik me ook gewoon. Ik ben tenslotte al 32 jaar in mijn eigen gezelschap. Ik kan er zo ondertussen wel iemand bij hebben. Daarom heb ik uit pure noodzaak het meest verachtelijke tijdverdrijf ondervonden dat ik ken: daten. Ik krijg het woord bijna mijn strot niet uit. Ik behoor nu ook tot dat zielige slag mensen die allerlei losers moet uitproberen om tot een geschikte match te komen. Het is triest, maar waar. Daarom doe ik het maar zo snel mogelijk zodat ik er binnen afzienbare tijd vanaf ben. Hoe moeilijk kan het zijn? Ik ben toch een echte catch? Dat kan ik van de mannen die ik de afgelopen week heb gehad helaas niet zeggen.

Maandag ging ik op stap met Gerrit. We gingen naar een film die ik mocht uitkiezen, wat ik een goed begin vond. Ik koos voor een drama en dat was het inderdaad. Toen er iemand dood ging, zag ik vanuit mijn ooghoek al een traan langzaam over zijn wang biggelen. De film ging over een epidemie en bij die ene dode bleef het dus helaas niet. Dat zeg ik niet omdat ik het zo zielig vond voor de karakters in de film, die na de sterfscène uiteraard gewoon springlevend naar hun dure trailers terugliepen, maar omdat bij elke dode de sluizen in de ogen van Gerrit wijder opengingen tot ook zijn neus begon mee te doen. Ondertussen veegde hij enthousiast met beide handen zijn ogen, wangen en neus af onder een luid slurpend geluid die meerdere mensen op de rijen voor ons deed omdraaien. Met diezelfde handen pakte hij na de film mijn gezicht vast om me een kus te geven. Of tenminste, een poging daartoe, want ik weerde zijn handen en uitgestoken lippen snel af met mijn in zelfverdediging les geleerde afweertechnieken. Ik vraag me af of zijn oog inmiddels al weer kan tranen.

Dinsdag had ik afgesproken met Evert. Hij wilde me mee uit eten nemen. De deur van het restaurant hield hij voor me open, hij nam mijn jas aan en hielp me in mijn stoel. De eerste zenuwen en irritaties dat mijn eerste date niet gelukt was, verdwenen als sneeuw voor de zon. Heerlijk, een man met manieren. Mijn mening daarover moest ik echter snel bijstellen. Tot het voorgerecht kwam hadden we een leuk en geanimeerd gesprek, maar mijn woorden stokten toen hij begon te eten. De carpaccio was in twee happen in zijn mond verdwenen alsof hij dacht; waarom kleine hapjes als het er ook bijna in één keer in past. Maar dat was nog niet het ergste zag ik toen ik voorzichtig mijn soep naar binnen lepelde. Nog voor hij had doorgeslikt was er iets heel dringends dat hij me wilde vertellen. Ik zat met grote ogen toe te kijken hoe ik stukjes rucola en pijnboompitten door het roze vlees in zijn mond zag vermengen. Het leek wel een reallifesoap over spijsvertering. Hij verwarde mijn blik klaarblijkelijk met geboeidheid over zijn verhaal en hield niet meer op met praten tot er nog een klein stukje rucola tussen zijn snijstand en voortand achterbleef, die schrijnend naar het gapende gat waar de rest was verdwenen, verlangde. Het werd niet veel beter tijdens het hoofdgerecht en nagerecht die ik wanhopig probeerde vol te praten zodat ik het slagveld in zijn mond niet hoefde te aanschouwen. Toen de rekening was gebracht zat er nog een half patatje in zijn onderkaak en een kruimel chocoladetaart een spleetje verder dan de rucola net een herkauwde menukaart als aandenken aan de avond. Het spreekt voor zich dat ik deze man ook maar geen centimeter dichter in mijn buurt tolereerde dan mijn vorige date.

Ik nam de woensdag vrij van het hele date-gebeuren, want ik was mentaal na die twee mislukte dates al zo ingestort dat ik even moest bijkomen. Voor de donderdag had ik wel weer een date gepland en gezien hetgeen ik van te voren van hem te weten was gekomen, via internet en mijn contacten bij de plaatselijke politie, was het veelbelovend. David was rijk bedeeld, zowel op zijn bankrekening als bij wat god hem gegeven had. Hij deed vrijwilligers werk met kinderen en runde een eigen zaak. Ook toen ik het restaurant binnenliep, zag ik dat hij niet onderdeed voor mijn hoog gespannen verwachtingen. Wat een mooie man. Ik wilde mijn vriendin, Sanne, die bij de telefoon zat te wachten om voor de zekerheid mij weg te kunnen bellen met een goed excuus, al smsen dat ze zelf op pad kon gaan, maar iets hield me tegen om dat te doen. Ik had Sanne na die twee verschrikkelijke dates ingeschakeld, zodat ik niet meer wanhopig hoefde af te wachten tot een slechte date voorbij was. Ik kon toen nog niet vermoeden dat pas aan het eind van de avond bleek dat ik dat nu eigenlijk ook had moeten doen. De date zelf ging fantastisch. Hij was gevat, slim, attent en luisterde naar me. Ik droomde weg in zijn ogen en zag hem al voor mijn deur van zijn prachtige paard stappen. Na het eten stelde hij voor om bij hem thuis nog wat te drinken. Ik wist bijna zeker dat dit hem zou zijn en kneep al in mijn vuistjes bij het idee, dat ik nooit meer van die akelige dates hoefde te doorstaan. We stapten uit bij zijn prachtige huis en ik kon de neiging om me alvast van wat kleren te ontdoen, maar net onderdrukken. Maar nog voor we bij de voordeur waren ging die open en stond er een oudere dame in de deuropening. David rende naar haar toe en riep ondertussen ‘Mam!’. Hij gaf haar een dikke zoen op haar mond, tilde haar op en draaide haar rond. Ik stond als aan de grond genageld toe te kijken. ‘Wat heerlijk dat je thuis bent, want dan kun je meteen mijn grote liefde ontmoeten.’ zei hij en gebaarde naar de kant waar ik net een paar seconden geleden vandaan was gerend.

Toen ik huilend van teleurstelling thuis alsnog Sanne smste, berichtte ze me terug dat ik meteen weer op het zadel (niet van het paard van mijn droomprins natuurlijk anders heeft hij geen vervoer)moest springen en niet op moest geven. Daarom belandde ik die vrijdag toch weer op een date. Ik had bewust afgesproken om te gaan borrelen, omdat ik dan na één drankje weg kon gaan als ik wilde en de pijn van deze ervaringen door de heerlijke alcohol in een stevige borrel, flink verzacht werd. Mark was niet zo knap als David, maar had wel een eigen huis, zo wees zijn antwoord op mijn vraag evenals het voorbereidende onderzoek uit. En ach, ik moest ook niet te kieskeurig zijn. Uiterlijk is na verloop veel minder belangrijk. Ik wilde natuurlijk ook niet het risico lopen dat mijn toekomstige partner mooier is dan ik. En omdat mannen alleen maar mooier worden als hun leeftijd oploopt en vrouwen als sadistisch grapje van de natuur juist lelijker, zou ik met Mark in ieder geval een tijdje veilig zitten. Hij bestelde twee drankjes en terwijl hij wachtte tot de barman de drankjes voor ons neus neerzette, trommelde hij met zijn vingers op de bar. Ik besteedde er verder geen aandacht aan totdat hij zijn biertje aan zijn mond zette en ik tijdens het wegslikken van een slok wijn aanschouwde hoe zijn vrije hand ritmisch op zijn bovenbeen sloeg. ‘Waarom doe je dat?’ vroeg ik en wees naar zijn schoot. Hij keek me niet begrijpend aan en ik moest zelfs uitleggen wat ik bedoelde. ‘O, gewoon. Ik kan het niet laten. Het is een beetje een tik van mij.’
Dit ging helemaal niet de goede kant op. Ik zuchtte diep.
‘Stoort het je?’ vroeg hij.
‘Een beetje’ loog ik om de sfeer niet helemaal te verpesten. Terwijl ik een smoes aan het bedenken was, om zelfs tijdens mijn eerste borrel weg te kunnen, stond hij op om naar het toilet te gaan. Terwijl hij langs mijn kruk liep trommelde hij nog even een riedeltje op mijn rugleuning. Ik rilde en kreeg kippenvel over mijn hele lichaam. Ik kon me niet herinneren dat ik ooit iets irritanter dan dit had meegemaakt. Hij deed het er gewoon om. Ik belde Sanne en vertelde fluisterend over deze verschrikkelijke date, mijn ogen op de deur van het toilet houdend, maar in plaats van dat ze me een goede smoes aandroeg, zei ze dat ik hem nog een kans moest geven en zijn tik moest negeren. Onder steeds luider geprotesteer gaf ik toe en lachte Mark stralend toe toen hij zich weer bij de bar voegde. Hij glimlachte terug en vroeg wat achterdochtig: ‘Wat is er?’. Ik haalde mijn schouders op en nam een slok wijn. Hij begon te vertellen over zijn werk en ik luisterde met alle aandacht die ik in mij had. Zijn biertje was inmiddels leeg en hij zette het op de bar. Terwijl ik nog naar hem aan het luisteren was hoorde ik wat getik. Ik keek naar zijn hand die op zijn schoot lag; geen beweging. Zijn andere hand was de boosdoener. Vijf dikke vingers bewogen tikkend op en neer op de bar naast zijn bierglas die voor mijn gevoel wanhopig probeerde weg te komen van de bron van dat irritante geluid. Zo voelde ik me namelijk ook. Ik legde mijn hand meteen op die van hem en het tikken stopte, gelukkig. Nu ga ik hem vertellen dat het niets gaat worden, omdat ik stapelgek word van zijn getik, dacht ik. Gewoon eerlijk zijn. Dat had ik tenslotte nog niet eerder geprobeerd, wie weet zou het toch wat voor me zijn. Maar op het moment dat ik mijn mond open wilde doen merkte ik dat hij me raar aankeek. Hij keek naar onze handen en weer terug naar mij en toen realiseerde ik me, dat hij mijn actie totaal verkeerd interpreteerde. Je zou wel kunnen zeggen tegenovergesteld. Hij boog zich langzaam naar voren en tuitte zijn lippen. Ik keek vol afgrijzen naar zijn gezicht, zag zijn gesloten ogen en leunde naar achter. Omdat hij blijkbaar nog steeds niets voelde boog hij steeds verder naar voren, tot het moment dat de barkruk en zijn zwaartepunt zo ver van elkaar verwijderd waren dat een val werd ingezet. Die eindigde met zijn hoofd in mijn schoot. Ik stond abrupt op, waardoor zijn val zich continueerde naar de grond en ik beende zonder eerlijke of leugenachtige woorden het café uit.

Ik werd behoorlijk wanhopig van al de rare mannen. Ik snapte wel waarom zij single waren. Maar er moet toch iemand tussen zitten net als ik? Mijn droomprins zal toch ook nog steeds op zoek zijn naar mij? Daarom besloot ik maar om akkoord te gaan met Sannes voorstel om met haar single neef Arend naar een cabaretvoorstelling te gaan die zaterdag. Ik lach niet zo gemakkelijk, dus ik was wel heel benieuwd of de cabaretier of mijn date me aan het lachen zouden krijgen. De eerste aanblik van mijn metgezel van die avond, viel niet tegen. Hij leek wel een beetje op Sanne, maar net niet genoeg om me  te vergissen en gillend weg te rennen als hij me zou zoenen. Hij vertelde dat hij heel erg van cabaret hield en speciaal van de persoon die binnen afzienbare tijd op het in donker gehulde podium zou verschijnen. Dat heb ik geweten. Bij het eerste woord dat de cabaretier uitsprak leek het alsof er in de stoel naast me een orkaan begon. Het startte met wat gerommel bij zijn buikstreek, toen klonk er langzaam wat gebrom omhoog tot het bij zijn mond aankwam, die opensperde en al het geluid dat hij in zich had eruit flikkerde. Ik had nog nooit zulk geluid gehoord. In de verte deed het me wel denken aan lachen, maar wel mijlen ver weg. Tijdens volgende de door de cabaretier uitgesproken zinnen, nam het lawaai in luidheid af en zakte het weg tot wat gehinnik. Ik haalde opgelucht adem en mijn hart die een paar slagen had overgeslagen, kwam weer in zijn normale ritme. Maar veel rust kreeg ik niet. Na de eerste grap die ik als zodanig herkende, maar niet bepaald grappig vond, sprong ik letterlijk uit mijn stoel van de schrik toen er naast me een vliegtuig opsteeg. Het bleek mijn date te zijn die nu geluiden produceerde, die met de beste wil weinig met lachen te maken hadden. De rest van de show heb ik nauwelijks geluisterd en alleen maar angstvallig naar het wezen, dat doorging voor mens, naast me zitten kijken, op meerdere momenten met mijn vingers in mijn oren. Op een bepaalde manier was het wel fascinerend, want als ik goed luisterde, kon ik er verschillende dieren in herkennen. Een hele kinderboerderij kwam voorbij. Knorren als een varken, blaten als een geit, hinniken als een paard. Hij had het allemaal in zijn lachassortiment. Maar na een uur joeg me dat eigenlijk toch meer schrik aan dan fascinatie. Helemaal toen de tranen niet alleen meer over zijn wangen liepen, maar ook hun weg hadden gevonden rondom hem en los van hem, waaronder op mijn arm. Het is dat ik zelf geen onderwerp wilde worden van de hetgeen dat door moest gaan voor humor, van de artiest, anders was ik allang de zaal uitgelopen. Toen het eindelijk af was en ik opgelucht ademhaalde om de heerlijke stilte die ontstond naast mijn oor, konden we de zaal uit. ‘Zullen we nog een keer afspreken?’ vroeg hij, terwijl hij me heel serieus aankeek. Ik barstte keihard in lachen uit. Tranen rolden over mijn wangen en ik moest mijn buik vasthouden van de spierpijn die ik daarin begon te voelen. Toen ik weer een beetje op adem was gekomen keek ik mijn date, die nogal geschrokken leek, aan en zei; ‘Jezus, dat is veruit de beste grap van de hele avond!’ Waarop ik, nog na grinnikend, wegliep naar huis.

Toen had ik het definitief gehad. Ik zou geen date meer overleven. Dit was niets voor mij. Ik kan niet al die mannen afgaan, tot ik hem vind. Het is te vermoeiend en te frustrerend. Die zondag kon ik ook nauwelijks mijn bed uit komen. Maar ik moest er van mezelf uit. Even een frisse neus halen. Lopend door het park kwam ik eindelijk tot rust. Er waren nauwelijks mannen, gelukkig. Ik ging op een bankje zitten en sloot mijn ogen. Ik droomde bijna weg, denkend aan een prachtige man op een groot wit paard, die me misschien wel in dit park zou vinden. Ik hoorde iemand mijn naam roepen. Het was geen mannenstem en helaas bleek het ook niet mijn droomprins te zijn, zag ik toen ik mijn ogen opende. Het was Rachel. Een oude vriendin van me. Ik spreek haar niet vaak, omdat ze altijd zo vrolijk en goedgemutst is, zelfs als het regent of het op een andere manier tegen zit. Ik kan daar niet zo goed tegen. Het lijkt wel nep, wie is nou altijd zo? Het leven is geen groot feest ofzo. Heel irritant vind ik dat. Zij is ook al een tijd single. Het eerste wat ze me dan ook vroeg was hoe mijn relatiestatus was. Ik ontweek het antwoord door hetzelfde aan haar terug te vragen. Ik wilde niemand aan hun neus hangen dat ik me had verlaagd tot daten en haar al helemaal niet. Ze vertelde vol enthousiasme over de dates die ze de laatste tijd had gehad. Ze vond ze allemaal leuk en wilde iedereen een kans geven voor ze een keuze zou maken. Ze vertelde over een man die tijdens hun date een traantje liet. Ze vond die emotionaliteit zo heerlijk, omdat ze eindelijk met iemand over gevoelens kon praten. Haar volgende date zorgde ervoor dat ze lekker ongegeneerd kon schransen en niet altijd als een lady hoefde te gedragen en aan een slablaadje moest knabbelen. Heerlijk om zo jezelf te kunnen zijn bij iemand, zei ze. Er was ook een man die haar voorstelde aan zijn moeder. Rachel vond het heerlijk dat hij zo close is met zijn ouders en dat er mannen zijn die wel hard van stapel lopen en zich willen binden. Ook had ze een date met iemand met een beetje een roffeltik, maar dat vond ze wel erg schattig en ze hield wel van muzikale mannen, vertelde ze. Toen ze tot slot ook nog de humor van haar volgende date volgens eigen zeggen echt geweldig vond, knapte er iets in me. Sommige mensen kunnen ook overal het positieve van inzien. Ineens irriteerde ze me tot op het bot en ik stond op van het bankje. Ze deed hetzelfde en liep nog even met me mee. Voor ze me gedag zei, vertelde ze dat bijna al haar afgelopen dates klaagden over een date met iemand die heel neurotisch was en onaardig. Ik vond het al heel toevallig dat wij blijkbaar dezelfde dates hadden gehad, maar het is helemaal ongelofelijk dat er blijkbaar nog een, hele nare vrouw, met al diezelfde mannen is uit geweest. Ik bleef even stil staan en keek na hoe Rachel weghuppelde door het park. Wat een naar mens is dat toch. Ach, zij eindigt met één van die losers, terwijl ik mijn droomprins vind. Ik weet het zeker. Denk ik!?