Verhaal | Sofamonoloog

4992750045_24dfcea2f0_o

‘Goh dokter, ik ben blij dat u een beetje rekening met mij hebt gehouden met de afmeting van de sofa. Ik ben namelijk altijd zo bang dat ik er niet op pas. Dat de helft van mijn billen over de rand van een stoel of bank valt, of dat ik een keuze moet maken op welke bil ik ga zitten. Of nog erger; dat ik er net aan in pas, maar dat de stoel aan me blijft hangen als ik op sta. Zo gênant. Niet dat ik het heb meegemaakt, maar ik kan me er bij voorbaat al zo’n levendige voorstelling van maken, dat het schaamrood op mijn kaken staat.

Zijn die koekjes op tafel voor mij bedoeld? Haha, dacht u echt dat ik die zou gaan opeten? Walgelijk! U heeft echt geen idee waar ik mee worstel, blijkbaar. Als ik er alleen al naar kijk komt mijn maaginhoud naar boven. Nou ja, niet dat daar nu veel inzit, maar die appel van zes uur terug, wil er maar niet uitkomen. Misschien nu wel. Mag ik het even proberen? Nee, sorry. Ik kom hier om over mijn problemen te praten, niet om ze meteen te demonstreren.

Ik begrijp het. Ik heb ooit op een blauwe maandag psychologie gestudeerd, ziet u. Maar dat was niet vol te houden. Ik was teveel met andere dingen bezig. Sporten bijvoorbeeld.

Wat kijkt u nou? O, deze vetjes? Ja, die gaan er nog af. Dan ben ik wel tevreden, denk ik. Misschien.

Waarom bent u zo stil? O ja, natuurlijk. Ik moet praten. Over hoe het allemaal gekomen is. Zodat u mijn probleem kunt analyseren en oplossen. Ik zal de samenvatting geven. Ik ben de oudste thuis. Mijn jongere zusje is overal beter in dan ik en mijn ouders steken hun bewondering niet onder stoelen of banken. Voor haar dan. Niet voor mij. Ik heb er voor gekozen om ergens anders in uit te blinken. Dat probeer ik tenminste. De mooiste en de slankste zijn. Mijn ouders zeggen nu telkens dat ik al slank ben, dun zelfs, maar ik geloof ze niet meer. Ze houden niet oprecht van me. Dat is duidelijk.

Zo, dat is de korte versie. Scheelt ons beiden een hoop sessies, denkt u niet? Dan hou ik het nu maar voor gezien.

Ik zou die koekjes trouwens weggooien. Daar worden uw patiënten alleen maar dik en ongezond van en dat kunnen we niet hebben natuurlijk.’